HASSELT - Dit zijn de teksten van de liedjes voor de aubade, komende zaterdag tijdens Koningsdag in Hasselt.
1. KONINGSDAG
(WIJS ARAM SAM SAM)
't Is Koningsdag, ‘t is Koningsdag.
Ja wij dansen, draaien,
zwaaien met een mooie vlag.
't Is Koningsdag, ‘t is Koningsdag.
Ja wij dansen, draaien,
zwaaien met een mooie vlag.
Een buiging, een buiging.
Leve Willem Alexander, leve Maxima.
Een buiging, een buiging.
Leve Willem Alexander, leve Maxima.
(3x)
2. HEB JE WEL GEHOORD
(WIJS PIET HEIN)
Heb je wel gehoord, vandaag is de dag.
We vlaggen vandaag met franje.
De koning en koningin vieren feest.
Een feestdag met veel oranje.
‘t Is feest, ‘t is feest, een groot Oranjefeest.
En iedereen viert mee.
En iedereen viert mee.
Met onze Koning en Koningin.
Het is oranje, oranje, Oranjefeest.
Willem Alexander en Maxima.
Zij dienen ons land in vrede.
Oranje verbindt de stad en land.
En Hasselt zingt met rede.
‘t Is feest, ‘t is feest, een groot Oranjefeest.
En iedereen viert mee.
En iedereen viert mee.
Met onze Koning en Koningin.
Het is oranje, oranje, Oranjefeest.
3. HASSELT STEDELIED
Waar aan 't brede Zwartewater,
ons oud stadje Hasselt ligt.
Met zijn brede mooie kade,
waar het vol van schepen is.
Roep ik trots, verheugd en blij: (2x)
'k heb u lief o stad van mij (2x)
Waar langs stille mooie grachten,
ons een statig bolwerk noodt.
Met haar pracht van boom en bloemen,
en tot rust een toeven noopt.
Roep ik trots, verheugd en blij: (2x)
'k heb u lief o stad van mij (2x)
Waar van d' oude mooie toren,
't carrillon zijn klanken strooit.
Over weiden, stad en water,
en tot verre word gehoord.
Roep ik trots, verheugd en blij: (2x)
'k heb u lief o stad van mij (2x).
4. IN NAAM VAN ORANJE
In naam van Oranje doe open de poort.
De Watergeus ligt aan de wal.
De vlootvoogd der Geuzen, hij maakt geen akkoord.
Hij vordert Den Briel of uw val.
Dat is het bevel van Lumey op mijn eer.
En burgers, hier baat nu geen tegenstand meer.
De Watergeus komt om Den Briel.
De Watergeus komt om Den Briel.
De vloot is met vijfduizend koppen bemand.
De mannen zijn kloek en vol vuur.
Een ogenblik nog en zij stappen aan wal.
Zij wachten bericht binnen 't uur.
Gij moogt dus niet dralen, doet open de poort.
Dan nemen de Geuzen terstond zonder moord.
Bezit van de vesting Den Briel.
Bezit van de vesting Den Briel.
Komt, geeft de verzeek'ring, 'k moet spoedig terug.
De klok heeft het uur reeds gemeld.
Ik zeg 't u, geeft mij de sleutels niet vlug.
Dan is reeds uw vonnis geveld.
De wakkere Geuzen staan tand'knarsend daar.
Ze wetten hun zwaarden en maken zich klaar.
En zweren: de dood of Den Briel.
En zweren: de dood of Den Briel.
Hier dringt men naar buiten, daar schuilt men bijeen.
En spreekt over Koppelstoks last.
De stad in hun handen of anders de dood.
't Besluit tot het eerste staat vast.
Maar nauw'lijks is daarmee de veerman gevleid.
Of Simon de Rijk heeft de poort gerammeid.
En zo kwam de Geus in Den Briel.
En zo kwam de Geus in Den Briel.
5. WILHELMUS
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik van Duitse bloed.
Den Vaderland getrouwen
blijf ik tot in den dood.
Een Prinse van Oranje
ben ik vrij onverveert.
Den koning van Hisspanje
heb ik altijd geeerd.
Mijn Schild ende betrouwen
zijt gij, o God mijn Heer.
Op u zo wil ik bouwen
verlaat mij nimmermeer.
Dat ik doch vroom mag blijven
uw dienaar ‘t aller stond.
De Tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwond.