GENEMUIDEN – Een jaar lang had Sportclub Genemuiden geen voorzitter, maar sinds 11 oktober heeft Luuk Drost deze taak op zich genomen, nadat de leden akkoord gingen met zijn voordracht. Met het vervullen van deze taak wil Drost wat terugdoen voor de vereniging, waarbij hij zichzelf absoluut niet belangrijker wil maken dan andere bestuursleden. “Laat mij maar de verbindende factor zijn”.
Luuk Drost is geboren en getogen in Zuidwolde. Via Zwolle kwam hij via zijn vrouw Mirjam in 2004 in Genemuiden terecht. Een jaar later verruilde hij als doelman na dertien seizoenen Be Quick ’28 voor Sportclub Genemuiden. De eerste wedstrijd staat hem nog helder voor de geest. “In de beker speelden we door de weeks uit tegen VKW. Er waren wel 400 toeschouwers. ‘Wat is dit’, dacht ik.” Drost voelde zich heel snel op zijn plaats in Genemuiden. “Hier groeten mensen elkaar, net als in Zuidwolde. Dat kennen ze in Zwolle niet.”
Iets terugdoen
Na één jaar Sportclub Genemuiden nam hij in 2007 afscheid. Hij had toen niet kunnen denken dat hij ruim twaalf jaar later zou worden benoemd tot voorzitter bij Sportclub. “Voor de zomer kreeg ik een apje van het bestuur of ik wilde praten over het voorzitterschap. Dat verraste me. Ik had niet de ambitie. Ik heb een goed gesprek gehad en er in de vakantie goed over nagedacht. Ik heb een aantal mensen benaderd om te vragen wat het voorzitterschap inhoudt en wat er op je af komt. Ik ben enthousiast gebleven. Uiteindelijk heb ik eind augustus besloten om het te doen. Ik vind het belangrijk om iets terug te doen voor de vereniging, dat je je inzet voor de club waarbij je kinderen spelen. Ik hoop dat ik drie jaar lekker kan draaien als voorzitter, dat ik er met voldoening op terug kan kijken. En als het van beide kanten goed bevalt, ga ik misschien wel verder. Waarom niet?”
Grote vereniging
Na een inwerkingsperiode en de ledenvergadering volgde zijn eerste bestuursvergadering als voorzitter. Een vreemde gewaarwording voor Drost. “Ineens zit je de vergadering voor. Een apart moment. Vervolgens zie je via de agendapunten wat er allemaal speelt. Dan zie je echt dat Sportclub Genemuiden een grote vereniging is. Het is mooi om te zien waar iedereen mee bezig is tijdens zo’n vergadering. Iedereen pakt z’n deel. De kunst is om verbinding met elkaar te zoeken. Je kunt het niet allemaal los zien. Mijn doelstelling is verbinden. Ik ben in alles geïnteresseerd, maar ik ga me niet overal mee bemoeien.” Sommige mensen denken dat Drost te lief is voor de functie als voorzitter. De hoofdpersoon zelf schudt zijn hoofd. “Op het moment dat het nodig is, kan ik hard zijn. Op mijn werk is dat soms ook nodig. Maar ik ben wel fair. Maar als puntje bij paaltje komt, moet je optreden. Maar je moet je nooit beter voelen dan anderen.”
Ontdekkingsreis
Drost ziet zichzelf absoluut niet als een voorzitter die een stempel wil drukken op de club. “We moeten het vooral met elkaar doen. Ik ben niet belangrijker dan…! Laat mij maar de verbindende factor zijn”, aldus Drost, die benadrukt dat de club er organisatorisch goed voor staat. “Ik hoef geen nieuwe structuur op te zetten. Dat is er al, dat vond ik belangrijk.” Als nieuwe voorzitter is hij binnen Sportclub Genemuiden een soort van ontdekkingsreis begonnen, want Drost wil een voorzitter zijn voor de hele club. “Ik wil alle ploegen zien spelen. Dat is een hele kluif, maar ik vind het niet meer dan normaal. Ik wil overal mijn gezicht laten zien en interesse tonen. Dat vind ik het mooiste van deze job.”
Prestaties en plezier
Drost vindt het belangrijk dat bij Sportclub Genemuiden prestaties worden gekoppeld aan plezier en koestert de ‘buitenlandersregeling’. “Je kunt niet allemaal het eerste halen. Voetballen is dan vooral hobby. Maar ik ben ook van de prestaties. Dat zit in mij. Als voetballer wil je het allerhoogste nastreven binnen de mogelijkheden. Voetballen in de hoofdklasse is een mooi realistisch streven. We hebben niet voor niets de buitenlandersregeling, maar ik vind het mooi als er meer Genemuidenaren worden opgesteld. Als ik Sijmon Eenkhoorn, Arend van de Wetering, Nick Buitink en Jur van Dalfsen in het eerste zie spelen, dat vind ik prachtig. Daar kan ik meer van genieten dan dat je allemaal spelers van buitenaf in je gelederen hebt. Maar dat is mijn persoonlijke mening.”