(door Ruud Scheper)
HASSELT - Het zal even wennen zijn komend seizoen; een eerste elftal van Olympia’28 zonder Jan Moorman en Kjelt Bonhof. Na veertien seizoenen vinden de twee boegbeelden van Olympia’28 het mooi geweest. Jarenlang schitterden ze in of langs het veld. De ene als leider, de ander als begenadigd stilist, aangever en afmaker. Op donderdagavond 7 juni is hun afscheidswedstrijd.
Een ramp. Een ander woord kunnen Kjelt Bonhof en Jan Moorman er eigenlijk niet voor vinden. Het eerste seizoen van beide mannen bij de A-selectie was nou niet bepaald het meest memorabele. Of, nou ja, memorabel was het wel. Maar niet succesvol. “Henk de Velde wilde verjongen.” Een grijns verschijnt op de gezichten. “Maar daar sloeg hij een beetje in door.” Moorman kijkt naar zijn buurman. “Weet je nog? Bij VEV. Zaten ze allemaal op een rijtje op de bank, de oudere spelers.” Bonhof knikt. “Dat vergeet je niet zo snel. Gingen we er met 6-0 af. Dat was de druppel.”
Geweldige jaren
Met Henk Hendriks en Albertjan Overmars in plaats van De Velde aan het roer ging het in het vervolg van dat seizoen beter, maar toch bleek degradatie onafwendbaar. Met Hans Roeland kwam in die zomer een nieuwe hoofdtrainer. Het bleek een schot in de roos. In de zes seizoenen die volgden, stond de coach uit IJsselmuiden voor de groep. “Geweldige jaren.” De blikken worden glazig, in gedachten zijn ze even weer helemaal terug.
Het eerste seizoen pakt Olympia direct de hoofdprijs. Het wordt kampioen in de derde klasse door op eigen veld in de kampioenswedstrijd met 1-1 gelijk te spelen tegen VHK. “Goh, wat was dat spannend. Ik stond de eerste tien minuten met bibberende knieën op het veld”, herinnert Bonhof zich. De ontlading is dan ook fenomenaal als Richard Boerhof vlak voor tijd raak kopt. De titel is binnen. “Gingen we met de platte kar door Hasselt”, herinnert Moorman zich. “Prachtig.”
Beste team
Bonhof lacht. “Tot zover het succesverhaal. Misschien kunnen we hier beter stoppen?” Mooier wordt het namelijk niet meer in de jaren die volgen. Op het seizoen 2008-2009 na misschien dan, wanneer het vlaggenschip tot vlak voor het einde meedoet om het kampioenschap in de tweede klasse, maar zijn meerdere uiteindelijk moet erkennen in d’Olde Veste. “Bizar eigenlijk dat we met dat puntenaantal geen kampioen zijn geworden.” Het beste team waar ze onderdeel van zijn geweest? “Absoluut.”
De nacompetitie die volgt, staat eveneens in de geheugen gegrift. Wedstrijden tegen Leeuwarden Zwaluwen en Broekster Boys worden gewonnen, waardoor Olympia uitgerekend in Zwartsluis tegen FC Meppel in een rechtstreeks duel promotie naar de eerste klasse kan bewerkstelligen. Bonhof schudt zijn hoofd. “Laten we het daar maar niet over hebben.” Daar is Moorman het niet helemaal mee eens. “Een geweldig seizoen met een geweldige laatste wedstrijd. Het resultaat (een 4-0 nederlaag) natuurlijk niet, maar die ambiance… Geweldig.”
Moonen in de bus
Onder leiding van Roeland doet het team jaar in jaar uit mee om promotie naar de eerste klasse. Ieder seizoen wordt wel een periode in de wacht gesleept, maar nimmer wordt die winnend afgesloten. “Jammer, maar dat zijn wel de jaren die me het meest voor de geest staan”, vertelt de vleugelaanvaller. “De busreizen trouwens ook. Die waren wel lang, maar ook altijd supergezellig.” Daar kan Moorman zich wel in vinden. “Weet je nog bij SGV? Trokken we met negen man een 0-1 overwinning over de streep.” Zijn buurman knikt. “En feest dat het was in de bus terug. We hebben zelfs gemoond, haha.”
Na Roeland volgden de jaren onder Marcel Beumer en de overstap richting Oost. “Die overstap was funest voor ons.” En dat was niet alleen omdat het niveau in dat district wat hoger lag. “Veel jongens stopten er in die jaren mee. En niet met eentje tegelijk hè. In een seizoen acht man, geloof ik.” Degradatie bleek onafwendbaar. “Maar dat hadden we al op een vroeg moment door. Dat verzachtte de pijn wel een beetje.”
Dieptepunt
De pijn een jaar later was vele malen erger. Onder leiding van Melchior Schoenmakers degradeerde de trots van Hasselt naar de vierde klasse, een club van stand onwaardig. “Verschrikkelijk. Het dieptepunt”, klinkt het in koor. “Vierde klasse, pfff.” Of ze in die tijd aan stoppen hadden gedacht? “Absoluut, maar ik wilde de club niet in de steek laten”, reageert Bonhof. “Niet op dat moment. Ik wilde er heel graag zo snel mogelijk weer uit zien weg te komen.”
Dat lukte. Binnen een jaar werd een terugkeer naar de derde klasse bewerkstelligd. “Het was eigenlijk best een leuk seizoen”, vindt Moorman. “We voetbalden goed. Alleen hadden we de pech dat we twee heel sterke concurrenten in de competitie hadden; Swift en Batavia.” Via een tweeluik tegen Bruchterveld kwam alles alsnog goed. “Nee, getwijfeld aan een goede afloop hebben we nooit.” Dat was een jaar later wel anders. Weer moest het vege lijf worden gered via de nacompetitie, ditmaal tegen Zwolsche Boys. Eindelijk zat het een keertje mee. “Een wedstrijd die we eigenlijk niet konden winnen”, herinnert Bonhof zich. En toch was juist dat wat er gebeurde.
Constant seizoen
Het laatste jaar van beide mannen, onder leiding van de nieuwe trainer Jarrisch Keizer, verliep wat dat betreft minder spectaculair. “Dat was eigenlijk wel lekker, een keer een seizoen zonder al teveel spanning. Eigenlijk hebben we een heel constant seizoen gedraaid, zonder al teveel uitschieters naar boven of naar beneden.”
De wedstrijd tegen BAS, waarin Bonhof zijn 150e doelpunt maakte, was hun laatste kunstje. “Het is mooi geweest”, zo klinkt het wederom eensgezind. Tijd voor andere dingen is de grootste reden om te stoppen. “Ik heb altijd heel veel plezier in het voetbal gehad”, vertelt Bonhof. “Dat is niet de reden dat ik stop. Maar dat keurslijf dinsdag-donderdag-zaterdag; daar ben ik wel een keer klaar mee. Ik ga lekker in het derde voetballen. En als we niet hoeven te spelen? Dan sta ik zeker bij het eerste langs de lijn. Ik heb er nu al zin in.”
Op donderdag 7 juni speelt een door Bonhof samengesteld team met oud-spelers uit het eerste een wedstrijd tegen de huidige eerste selectie. De wedstrijd begint om 19.30 uur. Na afloop van het duel wordt er naast Moorman en Bonhof ook afscheid genomen van de overige stafleden die afzwaaien bij het eerste en tweede. Iedereen is van harte welkom om hierbij aanwezig te zijn.