REGIO - 36 procent van de sportclubs in Oost-Nederland verkeert in financiële moeilijkheden. Dat blijkt uit onderzoek van Maurice de Hond, in het kader van de Nuon Club Competitie. Daarmee doet Oost-Nederland het iets beter dan gemiddeld: landelijk ligt het aantal clubs met geldzorgen op 40 procent. Bij een vergelijkbaar onderzoek in 2014 was dit nog 36 procent.
De respondenten van het onderzoek voelen steeds vaker de gevolgen van de financiële problemen bij hun club: kantineprijzen en contributies moeten worden verhoogd of trainingen worden geschrapt. In 2014 moest 24 procent van de clubs in heel Nederland bezuinigen, nu is dat bij 26 procent van de sportverenigingen het geval. Bij 14 procent van de clubs leven wel financiële zorgen, maar is daar nog geen actie op ondernomen.
In het oosten van het land is overigens een daling te zien van het aantal sportclubs in de problemen: in 2014 gaf nog 42 procent aan zich zorgen te maken, nu is dat dus 36 procent. Bij 26 procent wordt al daadwerkelijk bezuinigd, evenveel als het landelijk gemiddelde.
Sportclubs in het zuiden van het land hebben met 55 procent het vaakst financiële zorgen, 39 procent moet daar nu al bezuinigen om het hoofd boven water te houden. Ook in het westen (35 procent) en in de grote steden (41 procent) nam het aantal sportclubs met geldzorgen toe. Sportclubs in het noorden van het land volgen -net als clubs in Oost-Nederland- deze trend niet.
De energierekening is een grote kostenpost voor sportclubs: een gemiddelde club is 10.000 tot 20.000 euro per jaar kwijt aan gas en licht. Opvallend is dat de respondenten hun energieverbruik veel lager inschatten: gemiddeld genomen dénken zij 6.650 euro per jaar kwijt te zijn. Bovendien heeft 45 procent van de respondenten er geen idee van of hun club meer energie verbruikt dan nodig is, of juist verantwoord omgaat met energie.
Van alle respondenten in het oosten van het land denkt 13 procent dat hun sportclub meer energie verbruikt dan nodig is, 8 procent zegt zelfs veel te veel te verbruiken. Dat wijten ze bijvoorbeeld aan slecht geïsoleerde kantines en kleedkamers en verouderde verwarmingsinstallaties. Daarmee scoren clubs in het oosten het minst slecht van heel Nederland, waar het gemiddelde ligt op 23 procent. Sportclubs in de grote steden en het zuiden van het land verspillen juist het vaakst energie: 25 procent.
Het onderzoek is uitgevoerd door Maurice de Hond in opdracht van Nuon, in juli 2016. Hij ondervroeg in totaal ruim tweeduizend Nederlanders vanaf 18 jaar, die allemaal betrokken zijn bij een sportvereniging. De onderzoeksuitkomsten hebben betrekking op sporters, bestuurders en vrijwilligers bij sportverenigingen en zijn representatief voor heel Nederland en uitgesplitst in de Nielsen regio’s.