GENEMUIDEN – Het eerste damesteam van Ruutvoorn speelt al jaren op een behoorlijk hoog niveau. Het wegvallen van verschillende spelers zorgt echter voor een somber toekomstplaatje en twijfels over hoe het nu verder moet.
Geerke van der Haar en Corien van de Wetering maken zich zorgen. De 45-jarige Van de Wetering is bezig aan haar dertigste seizoen bij het eerste damesteam van Ruutvoorn. Van der Haar (37) zit al ruim twintig jaar in dames 1 van Ruutvoorn. Beide dames wilden al eerder stoppen, maar steeds gingen ze door ten behoeve van de club. “Ik had het liefste gehad dat ik eruit was gespeeld bij het eerste door een talentvolle speelster. Natuurlijk doet je volleyhart dan zeer, maar het was een mooi afscheid geweest. Daar hoop je op voor de toekomst van Ruutvoorn”, aldus Van der Haar.
Dat gebeurde echter niet. Nu vinden beide vrouwen het na dit seizoen echt mooi geweest. Van der Haar geniet van de contacten onderling bij de dames, maar blessures dwingen haar naar eigen zeggen tot stoppen. “Ik heb er last van op mijn werk. Soms kan ik bepaalde dingen niet meer doen. Daar ben ik klaar mee. Als je in de derde divisie wilt spelen, moet je hard blijven trainen. Dan is het voor mij misschien verstandig om op de training af en toe het lichaam te ontlasten, maar dat is niet mijn stijl.”
Vorige week maandag maakte Iris Hoekstra bekend dat zij met onmiddellijke ingang overstapt naar Zwolle. Zeer waarschijnlijk gaat Els Hermeler na dit seizoen Ruutvoorn verlaten, omdat ze gaat verhuizen. Tel daarbij op het wegvallen van Van de Wetering en Van der Haar en je houdt nog maar zeven spelers over voor het komende volleybaljaar. Dit seizoen komt Ruutvoorn nog wel door, maar wat is volgend seizoen de koers? Jonge meiden zullen moeten doorstromen, maar zij missen derde divisie-ervaring. Moet Ruutvoorn volgend seizoen met een mindere selectie toch gaan voor de derde divisie of is inschrijven op een lager competitieniveau (promotiedivisie of eerste klasse) gewenst? “Als je volgend seizoen in alle wedstrijden wordt weggemept, is dat ook niet goed. Misschien moet je de derde divisie wel loslaten en de jeugd laten doorstromen op een lager niveau”, aldus Van de Wetering. De vraag is of speelsters van dames 1 die wel door willen gaan, daar ook zo overdenken. Gevreesd wordt daardoor nog meer dames gaan stoppen, het zogenaamde domino-effect. “Het is kiezen tussen twee kwaden”, beseft Van de Wetering, die bij Ruutvoorn ook actief is als bestuurslid. “Hoog spelen is leuk, maar misschien is dat nu wel onze bottleneck”, vervolgt Van der Haar.
Voorzitter Erik de Jong van Ruutvoorn beseft dat er snel een beslissing moet worden genomen. “Voor eind januari moet er duidelijkheid zijn. Ook voor onze trainster Gerry Smit-de Vries.” De kern van het probleem is het gebrek aan doorstroming. Veel jonge speelsters stoppen met volleybal als ze de 16 jaar zijn gepasseerd. Daardoor stokt de overgang van de jeugd naar de senioren. Het is een probleem dat bij veel meer verenigingen speelt. “We hebben gesproken met de buurtsportcoach over hoe we de jeugd tussen 16 en 18 jaar binnen boord kunnen houden. We willen jonge spelers meer betrekken bij de vereniging, maar dat hebben we al eerder geprobeerd. Tijden zijn veranderd. Je moet veel meer moeite doen om jonge leden te behouden. Er is zoveel meer te doen dan volleybal.” Ruutvoorn probeert de oudere jeugd meer bij de club te betrekken door ze onder andere in te zetten bij evenementen voor de jongste leden. “Door ze te laten fluiten en tellen maak je ze belangrijk. Dat vinden ze leuk”, aldus Van der Haar. Toch is het niet het ei van Columbus. Ruutvoorn blijft zoeken naar nieuwe manieren om de oudere jeugd vast te houden. Dit ook noodzakelijk omdat het aantal senioren terugloopt.