GENEMUIDEN - Sportclub Genemuiden wil de komende jaren de kwaliteit van de jeugdopleiding verder uitbouwen. Sleutelwoorden daarbij zijn techniektraining volgens de methode van Meulensteen en loop-/coördinatietrainingen. Deze trainingsvormen zijn in het verleden al geïntroduceerd bij Sportclub Genemuiden, maar worden nu verder binnen de jeugdopleiding uitgesmeerd. Aan Erik Nieuwenhuis en Joshua Agteres de taak om dit samen met de jeugdtrainers van de club in goede banen te leiden.
Erik Nieuwenhuis is een bekend gezicht bij Sportclub Genemuiden. Hij werd in 2011 door Chris Riemens (jeugdcoördinator algemeen) benaderd om te werken aan de motorische vaardigheid van de selectie van de C- en D-jeugd volgens zijn eigen visie. De afgelopen twee seizoenen is dit binnen Sportclub Genemuiden uitgebreid naar de prestatieteams in de onderbouw (E- en F-jeugd).
Sinds dit seizoen worden de beide trainingsblokken bij alle lagere teams in de onderbouw van de jeugdopleiding gegeven. “Jongens uit de club, zoals Kevin de Lange, speler van JO 19-1, begeleiden ons daarbij. Daar zijn we heel blij mee. We willen namelijk als club in de breedte investeren en ons niet alleen op de prestatieteams richten. Daarom bieden we alle teams dezelfde oefenstof”, aldus coördinator Arjen Netjes.
Daarbij is een belangrijke taak weggelegd voor Erik Nieuwenhuis. Hij instrueert trainers en ontlast ze als dat nodig is. Omdat Sportclub Genemuiden de techniektrainingen en de loop-/co-ördinatietrainingen breder heeft opgezet is Joshua Agteres erbij gekomen. Beide werken volgens het ‘train de trainer-principe’. Agteres was anderhalf jaar actief als jeugdtrainer bij Sportclub Genemuiden. “Ik ben gespecialiseerd in het pedagogisch handelen binnen techniektraining. Als kinderen plezier hebben, leren ze sneller. Ik wil handvaten aanreiken aan de trainers.”
Dat doet ook Nieuwenhuis. Hij wil trainers en spelers bewust maken waarom bepaalde oefeningen moeten worden gedaan. Als voetballer heb je wel een bepaalde motoriek nodig en ook het voetenwerk, het correct neerzetten van je voeten, is van groot belang.” Om alles er in te slijpen bij de jeugd worden bepaalde spelvormen gebruikt. Volgens Netjes staat er bij Sportclub Genemuiden een goed kader aan vrijwillige jeugdtrainers die heel graag hun steentje aan de ontwikkeling van de jeugd willen bijdragen. Wel is het belangrijk dat deze trainers met de juiste oefenstof worden gefaciliteerd en waar nodig op de praktische uitvoering van de trainingsvormen worden gecoacht.” Agteres beaamt dat. “Daarom komen we langs op het veld en kijken of alle oefeningen goed worden uitgevoerd.”
Nieuwenhuis is enorm blij dat Sportclub Genemuiden de waarde inziet van goede techniektraining en loop-/coördinatietraining. “De KNVB denkt dat zij het voetbal hebben uitgevonden, maar de truc is dat je kijkt wat er goed gaat in een wedstrijd en waar verbeterpunten liggen. Op het technische en mentale vlak is zoveel winst te behalen. Ik heb van mijn hobby mijn werk gemaakt. Ik geef veel trainingen in het buitenland. Mijn visie bezorgt me heel veel werk. Een ding weet ik zeker. Op mentaal gebied en wat betreft looptechniek en coördinatie lopen we in ons land ver achter. De KNVB is gekomen met het masterplan ‘De Winnaars van Morgen’. Aan de basistechnieken zijn mentale en fysieke aspecten toegevoegd. Dat doe ik al jaren in het buitenland en de KNVB haakt nu pas aan. Maar het is nog niet compleet. Er zou meer loop-/coördinatie moeten worden toegevoegd.”
Voorlopig is het niet zover. Sportclub Genemuiden is in ieder geval wel overtuigd van de meerwaarde van het toepassen van specifieke oefenblokken voor techniek en loop/coördinatie in de trainingen van de jeugdteams. De hele onderbouw wordt bijgeschoold volgens de techniektraining van Meulensteen en loop-/coördinatietraining. Ook in de Voetbalschool van Sportclub voor kinderen van 6 tot 11 jaar. “Daar komt dezelfde stof in terug, maar dan spelenderwijs. Als je als kind van 6 jaar begint, heb je als je 10 jaar bent zoveel technische bagage. Daarnaast is er ook in de bovenbouw bij de D-, C-, B- en A-junioren de nodige aandacht voor deze aanpak, zodat er een rode draad zichtbaar is van onze jongste pupillen naar de oudere jeugdspelers, die de stap naar de senioren gaan maken.”