Aantal aalscholvers afgenomen

WANNEPERVEEN - Het aantal aalscholvers in de kolonie bij Wanneperveen holt de laatste jaren in ras tempo achteruit. Van twaalfhonderd paren rond de eeuwwisseling is de stand inmiddels gedaald tot een kleine vijfhonderd dit voorjaar, meer dan een halvering. Toch verwacht ecoloog Ronnie Veldkamp niet dat het aantal aalscholvers veel verder daalt in de nabije toekomst. Veldkamp telt als sinds de begin jaren tachtig voor Natuurmonumenten de aalscholvers bij Wanneperveen.VoedingstoffenVolgens hem is er voor de huidige terugloop een aanwijsbare oorzaak. “De waterkwaliteit is enorm verbeterd, waardoor er minder voedingsstoffen in het water zitten. Water is net een akker: hoe meer voeding, hoe meer vis. Tegenwoordig is de visstand lager en daarom zijn er ook minder aalscholvers”, legt Veldkamp uit.Hij maakt zich daarom geen grote zorgen over de toekomst van de oudste aalscholverkolonie van Nederland, ondanks dat er dit jaar opnieuw tweehonderd minder broedparen zijn dan vorig jaar. “Opvallend is dat de jongenproductie in De Wieden heel goed is. Beter dan elders. Daarom vermoed ik dat Wanneperveen een soort moederkolonie is, van waaruit de aalscholvers uitvliegen naar kolonies in heel Europa”, zegt Veldkamp, die erop wijst dat de kolonie ooit nog veel kleiner was. BroedparenBegin jaren zeventig telde de kolonie nog slechts vijftig broedparen. Ook in andere delen van Nederland was de populatie toen relatief bescheiden, mede door een afname in de jaren zestig als gevolg van inpoldering van het IJsselmeer. Dankzij nieuwe vestigingen in de IJsselmeerpolders nam het aantal aalscholvers later weer toe. BlankvoornEnige zorg heeft Veldkamp wel over de stand van de blankvoorn, waarop beroepsvissers tegenwoordig vissen. Dat is een belangrijke vissoort voor de aalscholver. Veldkamp doet sowieso minutieus onderzoek naar de invloed van de aalscholver op de visstand in De Wieden. “Het fabeltje doet de ronde dat ze een desastreuze invloed op de visstand hebben, maar dat blijkt nergens uit. Hoewel ze een behoorlijke hoeveelheid vis aan bijvoorbeeld het Beulakerwiede kunnen onttrekken, blijft de visstand in kilo's uitgedrukt stabiel: de natuur doet zijn werk.”VosSinds drie jaar doet Veldkamp ook onderzoek naar de stand van de kokmeeuwen in De Wieden. Daarmee gaat het landelijk slecht. Kwade genius is de vos. Dankzij dat roofdier verdween in de jaren tachtig een kokmeeuwenkolonie bij Giethoorn. “Meeuwen maken nu alleen kans op plekken waar de vos niet kan komen. In De Wieden hebben ze nu een klein eilandje in de Beulaker uitgekozen. Op één hectare heb ik dit jaar tweeduizend nesten geteld: een opvallende stijging vergeleken bij voorgaande jaren.”Foto: R. Messemaker (Natuurmonumenten)