ChristenUnie stelt vragen over ambulancepost in Zwartsluis
ZWARTSLUIS - ChristenUnie Zwartewaterland heeft vragen gesteld aan het college van b en w over de beëindiging van de pilot met de ambulancepost in Vollenhove. De fractie wil weten of de post in Zwartsluis gehandhaafd blijft.CU hoopt vanavond (donderdag) in de raadsvergadering antwoorden van het college te krijgen.In het najaar van 2012 besloot ziekenhuis Noorderboog in Meppel de functie spoedeisende verloskundige zorg per 1 januari 2013 te beëindigen. Patiënten uit het verzorgingsgebied waren vanaf die datum aangewezen op de ziekenhuizen in Zwolle, Heerenveen en Hoogeveen. Theoretische modellen lieten destijds zien dat door deze maatregel spoedeisende verloskundige zorg voor een groter aantal inwoners niet binnen de gestelde norm van 45 minuten bereikbaar was. Dit was voor de zorgverzekeraar aanleiding tot het overwegen van een ‘reparerende’ maatregel in de ambulancezorg. De voorgestelde maatregel betrof het verplaatsen van de post Zwartsluis naar Vollenhove. RAV IJsselland heeft daarop een eigen (theoretische) analyse gemaakt waaruit bleek dat deze verplaatsing naar de uiterste rand van het verzorgingsgebied naast de positieve effecten voor het gebied direct rond Vollenhove (wat deels buurregio Flevoland betreft) waarschijnlijk ook nadelig uit zou kunnen werken voor de spreiding en beschikbaarheid, en dus de resultaten, in de regio IJsselland als geheel. Daarop is door RAV IJsselland voorgesteld om vooralsnog niet te verplaatsen maar eerst, bij wijze van pilot, voor de duur van een jaar een extra post te realiseren in Vollenhove. De zorgverzekeraars zijn akkoord gegaan met dit voorstel. Daarop zijn in de Netwerken Acute Zorg Drenthe en Zwolle afspraken gemaakt over samenwerking tussen betrokken verloskundigen, ziekenhuizen en ambulancediensten. Per 7 januari 2013 is de ambulancepost Vollenhove in gebruik genomen. Gedurende het gehele jaar is tot in detail geregistreerd wat de activiteiten in Vollenhove waren inclusief de effecten op de prestaties in het algemeen. “Al heel snel werd duidelijk dat het ritaanbod in Vollenhove minimaal was”, aldus RAV IJsselland. “Bij de tussentijdse evaluatie in juli 2013 werd vastgesteld dat er gemiddeld 0,7 rit per dag werd verreden. In meer dan de helft van de diensten was dit aantal 0.”Dit beeld was bij de eindevaluatie in december niet veranderd. “Zorgvragen op het gebied van acute verloskunde, de oorspronkelijke aanleiding voor de maatregel, hebben zich het gehele jaar niet voorgedaan. En hoewel Vollenhove een extra post was lieten de prestaties in de regio IJsselland als geheel niet tot nauwelijks verandering zien.”Op basis van bovenstaande lijkt volgens RAV de conclusie gerechtvaardigd dat er geen noodzaak is gebleken voor een ambulancepost in Vollenhove, voor het waarborgen van de continuïteit van zorg op het gebied van acute verloskunde. Deze conclusie wordt ondersteund door nieuwe berekeningen van het RIVM.Het RIVM heeft op verzoek van RAV IJsselland en Achmea de destijds gemaakte berekeningen geactualiseerd. Aanleiding daarvoor is dat het RIVM het aan de berekeningen ten grondslag liggende rijtijdenmodel heeft vernieuwd. De gehanteerde snelheden in het nieuwe model zijn hoger dan in het oude model, waardoor het bereik van en ambulance bij een bepaalde rijtijd groter is. Als gevolg kunnen volgens het bereikbaarheidsmodel 1 voor de SEH’s meer mensen binnen 45 minuten naar een SEH (en andere spoedeisende afdelingen) vervoerd worden. Deze analyse levert als resultaat op dat er nog slechts 230 inwoners niet binnen 45 minuten naar een SEH (of andere spoedeisende afdeling) kunnen worden gebracht. Het maakt daarbij niet uit of een ambulance in Vollenhove of in Zwartsluis is gestationeerd. Dat is een veel lager aantal dan oorspronkelijk werd aangenomen en zelfs veel lager dan het aantal inwoners dat bereikt kon worden toen Meppel nog een afdeling klinische verloskunde open had.
