De Stadskoerier

Zondag, 21 december 2025

Al het nieuws uit Genemuiden, Hasselt en Zwartsluis

Esperanza kijkt terug op ‘100 procent geslaagde reis' naar Cochabamba

Ingezonden door: De Swollenaer, De Brug en De Stadskoerier
GENEMUIDEN/ZWARTSLUIS - Het is voor sommigen nog even afkicken. De reis die groep Esperanza onlangs maakte naar Bolivia, om vrijwilligerswerk te doen in en bij weeshuis Casa de Amor, heeft namelijk een onuitwisbare indruk gemaakt.“Het was 100 procent geslaagd.” Niet dat het verblijf in het plaatsje Cochabamba altijd even leuke momenten opleverde. De groep, met zestien leden uit onder andere Zwartsluis en Genemuiden, maakte zowel hoogte- als dieptepunten mee. “Het was mooi en indrukwekkend”, vertelt Sluziger Bernard Beeftink. “Maar we hebben ook de verschillende zijden van Bolivia gezien.”De weeskinderen die vrolijk, open en dankbaar waren behoorden tot de eerste categorie. Maar de zogeheten ‘baby wash', waaraan Esperanza op de laatste dag van zijn verblijf in het Zuid-Amerikaanse land hulp bood, zorgde er voor dat de groep ‘er kruipend weg wilde'. “We gingen er als grote mannen naar toe, maar kwamen als kleine jongens terug”, vervolgt Beeftink. Plaatsgenoot Albert Hulst legt uit dat de allerarmsten, en niet alleen baby's, er worden gewassen. “Het is de kroon op de ellende van Bolivia. Deze mensen zijn de schaamte voorbij. Volwassenen wasten wij de haren, met dat water mochten ze dan hun voeten schoonmaken. Baby's werden in een droog badje gezet, waarna er water over werd gegooid. Naderhand was de stilte in onze groep oorverdovend.”De kloof in Bolivia tussen rijk en arm is enorm, zo hebben de groepsleden ervaren. “Er is geld zat”, vertelt Genemuidenaar Pieter Polman. “Maar wij hebben echt de onderkant van de samenleving gezien. Het probleem is ook dat de armen niet makkelijk omhoog kunnen klimmen op de maatschappelijke ladder.”Daarnaast is gebrekkige hygiëne een groot probleem. “Het is echt een vies en goor land”, omschrijft Beeftink onomwonden. “Er ligt veel vuil langs de weg en zelfs in de jungle. Ook is er veel smog en is de hygiëne er ver te zoeken. Om die reden worden de mensen uit een modaal gezin, met een inkomen van 150 euro per maand, vaak niet ouder dan vijftig jaar.”Betere momenten maakte Esperanza mee tijdens de kluswerkzaamheden in het weeshuis, dat bestaat uit een meisjes-, een jongens- en een babydeel. Alle geplande werkzaamheden zijn uitgevoerd. “Meer dan dat zelfs”, vertelt Beeftink. “Ze zijn ons Nederlandse werktempo niet echt gewend. Sterker nog; ze waren verbaasd over hoe snel wij de zaken aanpakten. Zij doen alles op hun elfendertigst. Zo hebben wij de meisjes uit het weeshuis verhuisd naar een ander onderkomen. Zij hadden daar twee dagen voor ingepland, maar wij deden dat in een halve dag.”Andere werkzaamheden waren het opknappen van het nieuwe meisjesweeshuis en het bewerken van de moestuin. “We moesten echt met pikhouwelen de grond losslaan”, vertelt Hulst. “Nu kunnen ze er zelf weer groenten verbouwen.”Ook heeft Esperanza daar twee wasmachines voor het weeshuis gekocht en schonk het achttien stoelen. Verder werd in totaal zo'n 2.500 dollar achtergelaten; geld dat het afgelopen jaar bij elkaar is gespaard tijdens de vele acties die groep in voornamelijk Zwartewaterland heeft gehouden. “Ze waren daar heel blij mee en onder de indruk”, vertelt Beeftink. “Ze bleven ons ook maar bedanken. Dat geld is erg belangrijk voor het weeshuis, omdat het geen subsidie krijgt en dus ook geen eigendom is van de staat. Ze willen onafhankelijk blijven.” Gaat Esperanza volgend jaar weer naar Bolivia? “Nee”, aldus Hulst. “Het was een heel mooie onderneming, maar de voorbereiding met alle acties was enorm. Het slurpt veel van je vrije tijd op, zoiets die je niet ieder jaar.” Polman tot slot: “Ik zou wel graag nog eens teruggaan. Een deel van mijn hart is daar zeker blijven liggen.”