Meer water- en bosvogels, minder weidevogels in Wieden
REGIO - Meer water- en bosvogels en minder weide- en roofvogels. Dat is in grote lijnen de conclusie van de vogelinventarisatie 2013 in een deel van De Wieden. Opvallend is dat op plekken waar Natuurmonumenten ‘nieuwe natuur’ creëert de vogelstand een positieve trend vertoont ten opzichte van 2007.29 vrijwilligers duiken in het voorjaar en de vroege zomer De Wieden in om samen met medewerkers van Natuurmonumenten en Sovon Vogelonderzoek Nederland vogels te tellen. Jaarlijks nemen ze een zesde deel van De Wieden onder de loep. Dit jaar was dat grofweg het gebied Giethoornse Meer-Beulaker waar voor het laatst in 2007 is geteld. In totaal noteerden de vogelaars 5305 vogels tegen 3771 in 2007. “Die toename wordt echter vooral veroorzaakt door de nieuwe kolonie kokmeeuwen. Tel je die niet mee dan zijn er ongeveer hetzelfde aantal vogels”, vertelt Arend Jan van Dijk van Sovon. Ook het aantal vogelsoorten (nu 98 tegen 97 in 2007) bleef stabiel.De vrijwilligers telden opvallend veel bosvogels in de waterrijke Wieden. Soorten als zwartkop, boomkruiper, tuinfluiter en vink namen flink toe. “Dat is omdat onze bossen ouder worden en deze soorten horen bij het oude bos”, legt beheerder Bea Claessens van Natuurmonumenten uit. Zij is ook blij dat sommige soorten rietvogels zijn verdubbeld, zoals de bosrietzanger, de snor en de baardman. Nieuw is een broedgeval van het paapje in dit gebied. "Dat is een door Natura2000-beschermde vogel. Een bewijs dat we met het beheer op de goede weg zijn”, aldus Claessens.Minder goed in het onderzochte gebied gaat het met weidevogels. Het aantal getelde kieviten daalde bijvoorbeeld van 139 naar 69 en van de 60 grutto’s bleven er maar de helft over. Opvallend is dat het aantal watersnippen met ruim vijftig bijna gelijk bleef, terwijl die soort elders in Nederland zeldzaam aan het worden is”, zegt Claessens.Belangrijkste conclusie van de Vogelinventarisatie 2013 vindt ze dat voels snel een plek vinden in nieuwe natuurgebieden. “Bij het Giethoornse meer hebben we vooroevers en nieuw moeras gemaakt. We zien dat terug in een grote toename van rietvogels.”
