Verzetsstrijders postuum onderscheiden
HASSELT Burgemeester Eddy Bilder heeft donderdagmorgen in de raadszaal van het gemeentehuis van Zwartewaterland het Mobilisatie Oorlogskruis Tweede Wereldoorlog uitgereikt aan nabestaanden van Peter ten Klooster en Mannes Polman.Ten Klooster en Polman voerden in de oorlog in opdracht van de Hasselter verzetsgroep van Joh. Holtrust gevaarlijke acties uit. Zij werden daarvoor geselecteerd omdat ze als jonge vrijgezellen minder kwetsbaar waren dan anderen. Op dergelijke acties stond destijds de doodstraf en gezinsleden liepen eveneens gevaar. Beide mannen zijn na de oorlog niet onderscheiden. Ze moesten zelf zo'n onderscheiding aanvragen en dat stuitte hen tegen de borst. Bovendien beschouwden zij het gewoon als hun plicht. Executies op de Schietbaan Schrevenweg en in park Het Engelse Werk bij Zwolle, waarbij ook vrienden omkwamen, versterkten hun motivatie om de strijd aan te binden tegen de bezetter. OnrechtDeze postume uitreiking van het oorlogskruis met de tekst Den Vaderlant Ghetrouwe' werd mogelijk door initiatieven van Dinie van der Horst - Polman, drs. Alette Samuels-ten Klooster en Minie Buit-Zielman. Dinie van der Horst-Polman uit Hasselt is de zus van Mannes. Zij heeft het als een onrecht ervaren dat haar broer nooit onderscheiden is voor zijn verdiensten in de oorlog. Dinie, zelf in de oorlog actief als koerierster, hielp samen met twee nichtjes, haar broer en Peter ten Klooster uit het ziekenhuis in Zwolle te ontsnappen. Dat heeft ze mogelijk het leven gered want de bezetters kwamen de mannen daags erop (vergeefs) halen.De mannen waren daar opgenomen vanuit hechtenis wegens voorgewende difterieverschijnselen. Inspecteur H.G.W. Bannink van de politie te Zwolle (lid van het verzet) heeft gezorgd voor overplaatsing naar de ziekenbarak van het Sophia ziekenhuis. Dit na een tip van de commandant van de Zwolse verzetsgroep omdat hij wist dat de Duitsers hiervoor erg bevreesd waren. Destijds zijn de verzetsdaden van Peter ten Klooster en Mannes Polman in het diepste geheim uitgevoerd en niet bekendgemaakt. Alette Samuels-ten Klooster uit Lith (geboren Zwolle, 1960), dochter van Peter, wil met haar naspeuringen die de onderscheiding mogelijk maakten beide mannen eren, nu de zuster van Mannes Polman en de echtgenote van Peter ten Klooster nog in leven zijn. OnderduikerschipMinie Buit-Zielman uit Genne, lid van de werkgroep Tweede Wereldoorlog van de Historische Vereniging Hasselt, publiceerde veel over oorlogstijd in en rond Hasselt, ook over het onderduikerschip van Piet Stil in het Zwarte Water, vlakbij de samenvloeiing met de Vecht. Dat werd gebruikt door de Zwolse verzetsgroep De Groene' rond commandant Henk Beernink en lag op een steenworp afstand van haar woning. Daar verbleven tientallen neergeschoten geallieerde bemanningsleden van vliegtuigen, verzetsstrijders en (Joodse) onderduikers.De mensen van het schip haalden ook eten bij Engbert Buit in Genne, verhaalde zij. Eenmaal was zoon Klaas Buit met zijn neef het paadje tussen het riet dat grensde aan hun land opgegaan, om naar het schip te gaan kijken. Maar ze hadden zich ongezien teruggetrokken toen zij twee mannen bij het schip zagen die zij herkenden. Het waren Peter ten Klooster en Mannes Polman, zij waren ontsnapt uit de Zwolse gevangenis via het Sophia ziekenhuis." "Oorlog was en is verschrikkelijk, alle vreselijke dingen die mensen elkaar aan kunnen doen, blijven op deze wereld zich herhalen, constateerde de publiciste in een uiteenzetting over het verzet in Hasselt. Maar mensen zoals Peter en Mannes die zich daartegen verzetten en daarin boven zichzelf uitstegen in moed en plichtsgevoel en daarna zich nergens op voor lieten staan, zijn het waard om hier vandaag in het bijzonder weer te herdenken. Beide mannen uit de buurtschap Streukel bleven na de oorlog lange tijd vrienden. Zo hielden ze contact met de families Schoenmaker en Vissers in Nieuwleusen en de familie Luten in Dalfsen. Mannes en Peter hadden onder meer een onderduikplek onder een kippenhok terwijl laatstgenoemde zich uiteindelijk verborg in de boerderij van de moeder van zijn latere echtgenote Willemien van der Wal op De Hoogenbelt, waar meer onderduikers verbleven. Voor het gezin van Mannes Polman was het een feestelijk jaarlijks uitje, waarbij er trouwens niet meer over de oorlog werd gesproken, herinnert de dochter van Mannes Polman zich nog goed. Mannes beschouwde de onderduikfamilies als zijn tweede vader en moeder. Zij constateerde: Met deze uitreiking krijgen de dappere en bescheiden Mannes en Peter de waardering die zij verdienen en die hen zo gegund wordt door hun familieleden.
