GENEMUIDEN – Jan Tuinman is wat je noemt een duizendpoot. De Genemuidenaar was in het verleden actief als wedstrijdsecretaris en secretaris. De laatste 28 jaar was Tuinman een vertrouwd gezicht in de organisatie van Sportclub Genemuiden als kantinebeheerder. Eigenlijk wilde hij gas terugnemen, maar hij wil Sportclub Genemuiden niet in de steek laten en gaat de klus van bestuurslid technische zaken op zich nemen als de leden instemmen met zijn voordracht.
Al sinds zijn 16e jaar is Tuinman actief als vrijwilliger bij Sportclub Genemuiden. Toen begon hij als jeugdleider. Vervolgens doorliep hij diverse commisies en was hij bestuurslid. “Mijn vader was ooit voorzitter van Sportclub Genemuiden. Het is me met de paplepel ingegoten”, zegt Tuinman.
Kantinecommissie
Na zijn eerste bestuursperiode was de vereniging 28 jaar geleden op zoek naar iemand voor de kantine. Tuinman ging aan de slag als kantinebeheerder. “Ik heb het overgenomen van Henk Kanis. In eerste instantie heb ik de financiën opgepakt en de inkoop, die later nog een flink aantal jaren is verzorgd door Cees van Dijk. Later is de kantinecommissie opgetuigd. De taken zijn verdeeld, het is toen een stuk professioneler geworden.” Als bestuurslid van de kantinecommissie was hij ook betrokken bij het dagelijks bestuur.
Afleiding en routine
Maar liefst 28 jaar actief zijn als kantinebeheerder. Ga er maar aan staan. Tuinman klopt zichzelf echter niet op de borst. “Als iets routine is, vormt het geen belasting. Ik heb het met veel plezier gedaan en het is af en toe ook een stukje afleiding voor me geweest. Dit werk heeft me ook door een moeilijke periode in de privésfeer heen geholpen. Ik kijk met enorm veel plezier terug op de samenwerking. Je kunt dit niet alleen doen en je hebt veel steun en hulp nodig. Dat is het mooie aan Sportclub Genemuiden. Je kunt altijd rekenen op mensen. Al moet ik wel zeggen dat het lastiger wordt. Er is soms een gebrek aan vrijwilligers. Straks is het misschien wel noodzakelijk om de keuken op zaterdagmiddag af en toe gesloten te houden.”
Waardering
Vrijdag 14 september werd hij uitgebreid in de bloemetjes gezet door de andere mensen die betrokken zijn bij de kantine. Een mooie blijk van waardering voor een rasvrijwilliger voor wie niets teveel is. Waardering die hij ook wel eens heeft gemist. “Je wordt het meeste gewaardeerd door mensen die kort op je zitten. Veel mensen vinden het gewoon dat het drinken in de kantine koud genoeg is en er genoeg op voorraad is. Ik zit niet te wachten op een schouderklopje, maar elke vrijwilliger heeft soms behoefte aan waardering. Woorden als ‘hoe gaat het?’ kunnen heel wat betekenen”, aldus Tuinman, die als kantinebeheerder ook dikwijls op de proef werd gesteld. “Als beheerder moet je bepaalde regels instellen, zoals geen muziektorens in de kantine. Dat maakt het wel eens lastig als teams gezellig zitten. Daar moet je een evenwicht in zien te vinden.
Helpende hand
Tuinman heeft altijd het belang van de club voorop gezet. Dat gebeurde ook toen hij werd benaderd met de vraag of hij de helpende hand wilde toesteken bij de technische commissie (TC). “Ik ben veertig jaar vrijwilliger en wilde eigenlijk stoppen. Maar de club kon niemand anders vinden. Toen heb ik gezegd dat ik het tijdelijk ga oppakken. Ik hoop dat er straks weer nieuwe mensen opstaan.” De nieuwe TC van Sportclub Genemuiden bestaat uit Freek van den Berg, Albert Flier, Bep Visscher, Gert en Henk Eenkhoorn. Tuinman stuurt als voorzitter en bestuurslid technische zaken de commissie aan. Hij hoopt dat er ook andere mensen bereid zijn om wat te doen voor de technische commissie.
Brede rug
Tuinman gaat zijn vierde bestuursperiode in. Hij beseft dat hij als voorzitter van de TC meer onder een vergrootglas komt te liggen binnen Sportclub Genemuiden. “Het is zeker niet de gemakkelijkste baan. Iedereen heeft een mening over voetbalzaken, maar ik heb een brede rug. En als een ander vindt dat het anders of beter moet, zijn er kansen genoeg voor deze persoon om zichzelf aan te bieden. Ik doe het voor de club en heb het beste voor met Sportclub Genemuiden. Ik ben nu 57 jaar. Als ik deze functie twee jaar vervul, ben ik bijna 60 jaar. Dan kan het zo langzamerhand wel. Dan hoop ik dat de jongere generatie de kar gaat trekken. Vanuit die groep moeten dan mensen opstaan. Maar er is nu behoefte aan een tussenoplossing.”
