(door Gerard Meijeringh)
Het coronavirus regeert. Dikwijls beseffen we nauwelijks wat we meemaken en verlangen we terug naar de goede tijden waarin we leefden als ‘God in Nederland’. Een periode die nog maar even achter ons ligt, maar toch zo ver weg lijkt. In de huidige moeilijke periode probeer ik wat verlichting te brengen met een reeks ‘Coronakrabbels’. Over alledaagse dingen in de wondere wereld waarin het coronavirus voorlopig nog steeds de dienst uitmaakt.
Het is woensdag 16 juli in het begin van de avond wanneer ik een man enthousiast overal in mijn buurt een envelop zie bezorgen. Ook mijn brievenbus krijgt een exemplaar. Vanaf mijn balkon komt het logo van woningcorporatie SWZ me tegemoet. In de keuken pruttelen echter verschillende pannen, zodat ik niet naar beneden loop om de envelop uit de bus te halen.
Daarmee bezorg ik mijn vrouw een ware primeur. “Heb je het laatste nieuws al gehoord”, zegt ze met de brief van SWZ in haar hand. “In eerste instantie denk ik aan een schrijven over de jaarlijkse huurverhoging. In dit land kan het zo zijn dat je wordt gestraft als je teveel werkt. SWZ controleert je inkomen bij de belastingdienst en BAM: extra extra huurverhoging. Daarnaast is SWZ niet te beroerd om ook in coronatijd de standaard huurverhogingen door te voeren. Maar dat is het niet. Die brief had ik al eerder gehad. Ik word nieuwsgierig en kijk m’n vrouw vragend aan. “We mogen niet meer op ons achterbalkon”, krijg ik te horen. ‘Niet zo handig in coronatijd’, spookt door m’n hoofd. Een zware straf in zomertijd.
Ik hou van balkons. Wanneer ik een vakantie boek, is het altijd met balkon. Het is altijd spannend wanneer je op de plek van bestemming aankomt. Eerst even inchecken en dan gelijk naar de hotelkamer. Steevast loop ik dan snel door de kamer om de balkondeuren open te gooien. Hoe ziet mijn balkon eruit? Is het ruim? En hoe mooi is het uitzicht? Ooit zat ik op een geweldige wintersportlocatie in Italië. Bovenop op een berg. Je moest met de lift omhoog en ’s avonds kon je niet meer weg. De lift ging niet meer naar beneden. Ik had een leuk balkon met mooi uitzicht, maar was jaloers op medetoeristen die een prachtig uitzicht hadden over een terras waar ze overheerlijke pizza’s serveerden. Ondanks de aanwezigheid van diverse dronken Russen, waar je ’s avonds overheen moest stappen, besloot ik mijn verblijf met een dag te verlengen. En wat denk je? Ik kreeg die kamer met dat prachtige uitzicht vanaf mijn nieuwe balkon. Prachtig.
Mijn achterbalkon haalt het lang niet bij dit pareltje. Maar met weinig ben ik tevreden. Mijn krakend bankje zit geriefelijk als je er niet te lang bij nadenkt, je ziet nog eens wat gebeuren en lekker zitten op het balkon met een heerlijk boek voelt gewoon lekker relaxed. Maar nu dus even niet.
Ik ga naar mijn ‘verboden balkon’ zeg ik woensdagavond gekscherend tegen m’n buurman. “Geen twee biertjes meenemen, instortingsgevaar”, zegt hij met een grote lach op z’n gezicht. Even later zit ik thuis op de bank en ik zie het helemaal voor me. Ik zit op m’n ‘verboden balkon’. Lezend in mijn boek ‘De Noorderlicht Trilogie’ geniet ik met volle teugen. Ik zet mijn iPhone aan het werk en klik op mijn Spotify-afspeellijst ‘Gerards Verrukkelijke Platenbonanza Pareltjes’ (een aanrader, al zeg ik het zelf). Uit mijn telefoon klinkt ‘Oh Deerne’ van Normaal, gevolgd door ’It Takes Two’ van Marvin Gaye en Kim Weston, ‘De Runner’ van The Three Degrees en ‘Dolce Vita’ van Ryan Paris. Ik zit op mijn ‘verboden balkon’. Ik geniet van de afwisselende muziek, het licht van de kaarsen en fakkels, het uitzicht en de relaxte sfeer. Het mag niet, maar dat maakt het des te mooier. Nog nooit heeft mijn Balcony Swollywood zo goed gezeten.
Ik schrik wakker, loop naar mijn balkon en pak de brief van SWZ. ‘De gebreken zijn zo ernstig dat wij u per direct verbieden om dit balkon te gebruiken’, staat erin te lezen. Het komt wat intimiderend over. Al snel lees ik het zinnetje ‘Er is geen direct instortingsgevaar.' Gelukkig, dat moest er nog eens bijkomen. En dan deze tekst. ’Over een aantal dagen ontvangt u van ons stickers die u als geheugensteun op uw balkon kunt plakken.’ Ik voel me even een kleuter en denk automatisch aan de coronaboodschappen van de overheid. ‘We gaan niet dit, we gaan niet dat, we doen wel dit en we doen wel dat.’ Dat dwingende toontje. Ik kijk naar buiten of er ergens stiekem een balkonagent van SWZ staat te controleren. Het is veilig. Opgelucht sluit ik mijn balkondeur in coronatijd.