(door Gerard Meijeringh)
Het coronavirus regeert. Dikwijls beseffen we nauwelijks wat we meemaken en verlangen we terug naar de goede tijden waarin we leefden als God in Nederland. Een periode die nog maar even achter ons ligt, maar toch zo ver weg lijkt. In de huidige moeilijke periode probeer ik wat verlichting te brengen met een reeks ‘Coronakrabbels’. Over alledaagse dingen in de wondere wereld waarin het coronavirus voorlopig nog steeds de dienst uitmaakt.
Knuffelen, ik hou ervan. Wie eigenlijk niet? Even iemand vastpakken die je dierbaar is. Even omhelzen. De tijd staat even stil. Geen zorgen, even onbezorgd knuffelen. Mijn God, wat zou deze wereld dat momenteel goed kunnen gebruiken. Even knuffelen. Eventjes en niet te vaak. Het moet wel leuk blijven.
Maar het mag niet. Het past niet in de anderhalvemetersamenleving. In deze tijd regeert de argwaan. Blikken kunnen bijna doden als je te dichtbij komt. Een bikkelharde tegenstelling tot ons vroegere liefdevolle leventje. Het coronavirus heeft veel van ons afgepakt. Knuffelen hoort daar zeker bij. Ouderen missen in hun verpleeghuis hun gebruikelijke knuffelrituelen, kinderen missen de warme schouders van hun juf. Ik mis mijn omhelzingen met mijn kameraden, m’n ouders en andere dierbaren die ik eerder al veel te weinig zag en nu al helemaal niet meer.
Toen ik nog niet zo lang op deze aardbol rondliep, had ik een hele berg knuffels. Ze mochten allemaal in m’n bed slapen. Een hond, een zeehond, een koe. Ze sliepen aan het voeteneinde om steevast de volgende morgen te ontwaken op de grond. Maar niet mijn lieveling, een kleine bruine aap met de originele naam Aap. Aap was altijd vlak bij me, dicht tegen me aan en maakte zijn titel als knuffel echt waar. Met het verschil dat ik vooral het initiatief nam om te knuffelen.
Als puber vond ik knuffelen maar niks. Ja, met een meid, maar dat was anders. Naarmate de jaren vorderden, veranderde dit. Knuffelen werd waardevol. Bracht iets veiligs en voelde vertrouwd. Maar echt goed knuffelen is niet gemakkelijk. Faken werkt niet, je valt door de mand. Het moet echt uit jezelf komen. Het moet puur zijn.
Het doet me denken aan de veel te vroeg overleden Bert Keizer. De bekende materiaalman van DOS Kampen. Hij was ruim 25 jaar actief als vrijwilliger bij de Kamper club en groeide uit tot een zeer bekend gezicht in de regio. Een echte knuffelbeer, maar hij nam zelf vaak het initiatief. Hij pakte iedereen in. Zelfs Louis van Gaal. In mijn gedachten zie ik een foto van Freddy Schinkel. ‘Keizer’ Bert schudt de hand van de grote Louis van Gaal. Een Van Gaal zoals je hem nog nooit hebt gezien. Breed lachend, geflankeerd door een enorm trotse en lachende Keizer.
Als er een kon knuffelen, dan was het Bert. Hij liep naar je toe en riep je naam met zijn kenmerkende schelle stem. Hij pakte je vast en je had het gevoel dat hij je nooit meer los zou laten. Gemeend enthousiasme, een echte knuffel. Je werd met geluk overspoeld. Niemand kon zo goed knuffelen als Bert Keizer. In de DOS-kantine werd op 12 april 2018 op grootse wijze afscheid genomen van Bert Keizer. De voorganger sprak enkele rake woorden. ‘Bert houdt van mensen’, hoor ik hem nog zeggen. En ik weet. De wereld van nu heeft mensen nodig als Bert Keizer.