HASSELT/ROUVEEN - “Kaasmaken is hét.” Het zijn woorden uit de mond van kaasmaker Henk Toersen uit Hasselt, tijdens de opening van de nieuwe expositie ‘Van gras tot kaas’ in de Veldschuur. Burgemeesters Eddy Bilder (Zwartewaterland) en Theo Segers (Staphorst) openden donderdagmorgen deze tentoonstelling, die bestaat uit oude kaasproductiematerialen van Toersen, maar ook Gerrit Bolks.
De expo toont de geschiedenis van het maken van boerenkaas. Pronkstuk is waarschijnlijk wel een Edammer kaaspers uit 1847. Daarnaast onder andere: authentieke kaasvaten, een melkade, een melkmout, een pulskarn, Leidse kaas-sleutels, een kaastobbe, botervormen en oude instrumenten om de melk mee te controleren. Jarenlang verzamelde Toersen deze oude spullen bij elkaar. “Ik ben een echte kaasliefhebber”, vertelt hij. “Ik heb ook m’n hele leven kaas gemaakt. Het mooie eraan vind ik dat het een levend product is. Helemaal met boerenkaas weet je niet wat het resultaat uiteindelijk wordt. De uitkomst is, tot op zekere hoogte, altijd verrassend.”
Bolks zei na de openingshandeling, waarbij de twee burgemeesters zo snel mogelijk een gevulde melkbus moesten verplaatsen om vervolgens te legen in een tobbe, dat kaas een belangrijk onderdeel is van ‘geborgenheid en menselijke vreugde’. “Waarom is kaas omringt met een wereld van gedachten en gevoelens, die ons steeds weer bezighoudt en ons altijd weer boeit? Is het een onverbrekelijke lotsverbondenheid tussen mensen en kaas? Sinds de mens kaas schiep, is het een medium dat ons doet terugverlangen naar de ongereptheid en zuiverheid van onze nomadische oorsprong. Een hunkering die sterker schijnt te worden naarmate de mens urbaner wordt? Wij weten het niet. Maar wij ervaren dat kaas ons meer doet dan alleen het eten ervan.”
Ook Rouveen Kaasspecialiteiten, die benodigdheden levert voor de wekelijkse kaasmaaklessen in de Veldschuur, was aanwezig bij de opening. “Rouveen en Staphorst maar ook Hasselt kennen een heel rijke zuivelhistorie”, sprak Henry Visscher namens de zuivelfabriek. “Ze hebben ontzettend veel zuivelfabriekjes gehad. Die fabrieken zijn allemaal bij elkaar gekomen. Uiteindelijk is er één fabriek overgebleven, dat is Rouveen Kaasspecialiteiten. Als je het DNA van de fabriek zou ontrafelen, kom je via de coöperaties weer terecht bij de boeren die zelf boter en kaas maakten.”
Tegen de aanwezige kinderen, die deze ochtend een les kaasmaken kregen van Toersen en Bolks , zei Visscher: “Het is mooi en belangrijk om te leren hoe kaas gemaakt wordt. Maar ook dat er een proces aan vooraf gaat. Daarom is de naam van de expositie ook zo mooi, van ‘gras tot kaas’. Want daar begint het echt. Op de boerderij wordt de koe gemolken, dat gaat naar de fabriek en daar wordt kaas van gemaakt. Het is heel mooi dat jullie van de grootmeesters van het vak leren hoe dat in zijn werk gaat. Ook dat het juist hier gebeurt, bij de Veldschuur. Hier dichtbij liggen de stadshooibergen van Hasselt, van de oude stadsboerderijen. De historie van Hasselt, Rouveen, Staphorst en het kaasmaken komt hier heel mooi samen.”
De gratis te bezoeken expo in de Veldschuur is te zien tot 2 juni.
