(door Bas Wilberink)
HASSELT - “Samen muziek maken, iedereen moet mee kunnen komen. Bij ons is altijd wel plek.” Dat is volgens voorzitter Antoinet Hofstede de grote kracht van Irene. Het is ook één van de redenen waarom het Hasselter christelijk fanfarekorps in zestig jaar is uitgegroeid tot een bloeiende vereniging van meer dan honderd leden. Dit jaar viert zij uitgebreid haar jubileum.
Het begon allemaal op 8 april 1957, de dag waarop Irene officieel voortkwam uit dat andere fanfarekorps in de Hanzestad; Hasselts Fanfare. Een ‘verschil van mening’ lag ten grondslag aan de scheiding der leden. Hoewel je daar tegenwoordig helemaal niks meer van merkt, benadrukt Aaldert Bergman, één van de vier Irene-leden die vanaf het begin lid is. “Er wordt goed samengewerkt en we lenen geregeld instrumentarium en leden aan en van elkaar.” De voorzitter: “Natuurlijk is er enige competitiedrang, maar uiteindelijk versterken we elkaar alleen maar.”
Boerderij
Tot 1991 was het geboortehuis van Kiliaen van Rensselaer, stichter van de Rensselaerswijck in New York, in de Hoogstraat het onderkomen van Irene. “Maar we groeiden daar uit ons jasje”, kijkt de 67-jarige Bergman terug. “Echter, het accommodatiebeleid van de gemeente Hasselt blonk destijds niet uit in het verlenen van medewerking. Dus gingen we zelf op zoek en vonden een voormalige boerderij in de Eikenlaan.”
Er was alleen niet genoeg geld voor de aankoop van het pand, dus werden zo veel mogelijk financiers gezocht die Irene dat renteloos wilden lenen. “Want lenen in die tijd was erg duur, met een rente van 8,75 procent”, legt Bergman uit. “Binnen korte tijd hadden we 60.000 gulden bij elkaar. Daar kwam later nog een hypotheek bij. En zo konden wij binnen een jaar van een uitgewoonde stal ons nieuwe onderkomen maken. Daarnaast gingen wij door goed netwerken heel inventief om met het vinden van materiaal.”
Nog steeds maakt Irene wekelijks met veel plezier gebruik van het gebouw en de naastgelegen schuren voor opslag. Op de woensdagavond repeteert het orkest, op de vrijdagavond de drumband. Daarnaast heeft Irene, dat niet te klagen heeft over het aantal jeugdige leden, een opleidingsorkest. Daarin worden leden klaargestoomd voor het A-orkest. En dan is er nog ‘het vrolijkste deel van de vereniging’, dweilkapel de Notenkrakers.
Lage drempel
Alle Irene-leden betalen contributie en krijgen daarvoor een uniform en instrument te leen en les van geschoolde leerkrachten. De (financiële) drempel is laag om lid te worden, maar dan wordt wel verwacht dat de muzikant niet na een jaar weer stopt. “We zijn geen Sinterklaas”, aldus Bergman.
Alles bij elkaar betekent dat een flinke kostenpost, omdat alleen de aanschaf van de instrumenten Irene al bakken met geld kost. En ondanks dat het fanfarekorps in het verleden duurzame aankopen heeft gedaan, komt onherroepelijk de dag dichterbij dat kleding en instrumentaria vervangen moeten worden. En dan hebben we het nog niet eens over het onderhoud.
“Het zou mooi zijn wanneer we in de nabije toekomst een zonnige exploitatie zouden kunnen hanteren”, aldus Bergman. “Daarmee bedoel ik dat we materiaal aan kunnen schaffen op het moment dat het nodig is. We zijn nooit afhankelijk geweest, hebben altijd nieuwe acties bedacht en pakken alles aan. We hopen nu op wat hulp uit het bedrijfsleven.” De voorzitter vult aan: “We hebben bijvoorbeeld binnen nu en twee jaar echt nieuwe uniformen nodig. Ook zijn enkele instrumenten aan vervanging toe.”
Activiteiten
Los daarvan gaat het heel goed met fanfarekorps Irene, dat dit jaar meerdere activiteiten wijdt aan haar zestigjarig bestaan. Zo is er op 8 april, de oprichtingsdag, een paasconcert. “We zijn een christelijke vereniging, dus dat concert is ter ere van God”, aldus Hofstede. “Ook houden we op 13 mei een sponsorloop van 25 kilometer in Hasselt en omgeving. We gaan daarmee langs al onze sponsoren. Ook komt er een dvd met filmmateriaal. En tot slot hebben we in november een receptie en reünie-uitvoering, waarvoor zich inmiddels al zestig oud-leden hebben aangemeld. Dat wordt heel bijzonder.”