KAMPEN/ZWARTSLUIS - De stichting Kamper Struikelstenen plaatste zaterdag een Struikelsteen ter nagedachtenis aan de omgekomen Kamper verzetsstrijder met Sluziger roots, Toon Slurink. Deze werd gelegd voor de deur van de Marktgang 4 waar zijn laatste verblijfplaats was.
De plaatsing van de steen gebeurde, op een dag na, 75 jaar na de datum waarop Slurink omkwam. Hij was een van de 117 mensen die op 8 maart 1945 werden gefusilleerd, als vergelding voor de aanslag op het Duitse hoofd van de politie in Nederland. Zaterdag kreeg hij ter nagedachtenis een struikelsteen in Kampen, de stad waar hij in de oorlog woonde. Bijna 50 nazaten van de familie Slurink waren daar bij, zij maakten er een familiereünie van. Ze zijn trots op hun ouders en grootouders van wie bij allen in grote lijnen bekend is wat zij allemaal gedaan hebben in het verzet.
Op ’t Ponton werd de familie uitleg gegeven over de Struikelsteen door wethouder Irma van der Sloot waarna het gezelschap vertrok naar de Marktgang 4. Het was aandoenlijk om te zien hoe de oudste twee oomzeggers, Koos en Hans Slurink, de struikelsteen zichtbaar mochten maken. Beide waren de enige Slurinks die hem als kleine kinderen in levende lijve nog hebben gezien. Na het zichtbaar maken van de steen werd de eerste bloem gelegd door Kamper wethouder Van der Sloot, waarna ook burgemeester Bort Koelewijn er een bloem bij legde.
Wie was nu Toon Slurink, waar ook een straat in Kampen zijn naam draagt? Antonie (Toon) Slurink werd geboren op 2 augustus 1936 en groeide op in een groot gereformeerd gezin in Zwartsluis. Vader Slurink, die een scheepshandel had aan de Handelskade in Zwartsluis, moest niets van het nationaalsocialisme hebben, maar als hartpatiënt kon hij zelf weinig doen. Hij was echter wel de grote drijfveer achter het verzet tegen het Naziregime. Naast Toon Slurink zijn tien leden van de familie Slurink in Zwartsluis actief betrokken geweest in het verzet tijdens de oorlog.
De Slurinks verspreidden in 1941 al Vrij Nederland. Door verraad vielen verschillende medewerkers in Duitse handen. Ook drie broers van Toon Slurink werden in juni 1941 gearresteerd. Herman Slurink nam alle schuld op zich, waardoor twee broers vrij kwamen, maar hijzelf de rest van de oorlog in gevangenschap doorbracht. Toon Slurink zat zelf in het eerste oorlogsjaar drie maanden vast wegens verzetsactiviteiten. Dat weerhield hem er niet van om het verzetswerk voort te zetten. Hij behoorde tot de LO en KP Kampen en bood hulp aan onderduikers en politieke gevangenen en hij zette zijn eigen zus Lies in als koerierster.
In 1942 begon hij met het uitgeven van het illegale blad 'God zal het doen gelukken'. In de loop van 1943 stopte hij met dit blad en ging verder in de redactie van 'Strijdend Nederland', waarvan hij één van de drie oprichters was. Op 5 januari 1945 werd hij gearresteerd toen hij de bakkerij van verzetsman Hilbert van Dijk bezocht. Hij kwam vragen of de oudste zoon van het gezin voor hem groente wilde halen in IJsselmuiden. Dat was voor Slurink zelf te gevaarlijk vanwege een controlepost op weg daarnaar toe. De Landwacht was echter net bezig met een huiszoeking. Toon Slurink werd meegenomen en vastgezet in het Huis van Bewaring in Zwolle.
De Duitsers hebben Slurink tijdens zijn gevangenschap geprobeerd uit de weg te ruimen. Ze lieten hem een bom demonteren. Waarschijnlijk dachten ze dat hij het er niet levend af zou brengen. Door zijn verzet was hij echter vertrouwd geraakt met wapens. “We krijgen je nog wel hoor”, beten de Duitsers hem toe toen het toch was gelukt de bom onschadelijk te maken.
Slurink zei vaak over de Duitsers dat ze hem nooit levend zouden krijgen. In de nacht van 6 op 7 maart 1945 nam een aantal verzetsmensen nabij de Woeste Hoeve een Duitse auto onder vuur, waar Hanns Albin Rauter, het Duitse hoofd van de politie in Nederland, in bleek te zitten. Rauter raakte daarbij zwaargewond, maar overleefde het incident. Als wraakmaatregel werden de dag daarna 117 verzetsmensen, waaronder Toon Slurink, geëxecuteerd. Een van de andere slachtoffers was Jacob de Goede. Hij was op 20 januari 1945 op heterdaad betrapt toen hij Strijdend Nederland aan het stencilen was. Na langdurig onderzoek werden hun lichamen gevonden in een massagraf bij Beekbergen.
Beiden staan vermeld op het Verzetsmonument op de begraafplaats in Zwartsluis, waar zij zijn herbegraven.