HASSELT - De gemeenteraad heeft donderdagavond gekozen voor het conserveren van de huidige bestemming van Jachthaven de Molenwaard. SGP, CU, PvdA en Gemeentebelangen stemden daarmee in. Daarmee is permanente bewoning straks nog steeds niet mogelijk, maar blijven de huidige rechten (waaronder de verleende persoonsgebonden ontheffingen) wel gehandhaafd.
Het door de raad gekozen scenario is niet wat de eigenaren van de woningen zelf wensen. Een aantal insprekers maakte dat donderdag ook nog eens duidelijk. 80 procent van hen ziet daar liever een dubbelbestemming en 14 procent een woonbestemming, zo bleek uit onderzoek. Ook sluit de keuze van de raad niet helemaal aan bij de huidige situatie, waarin de recreatiewoningen voor het overgrote deel - ‘al dan niet legaal’ - permanent worden bewoond. “Een keuze voor dit scenario betekent dat er handhavend op zal moeten worden (blijven) getreden in die gevallen waar strijd met het bestemmingsplan is”, meldt het raadsvoorstel.
Planschade
CDA’er Margreet Bosma was benieuwd wat er nu precies geconserveerd gaat worden in het bestemmingsplan. “Het bestemmingsplan zoals lang geleden is vastgesteld of gaat u de huidige situatie conserveren?” Daarnaast vroeg zij zich af of er gesproken is met bewoners over het zelf bekostigen van eventuele planschade bij een ander scenario.
Marc Ooms van de ChristenUnie zag de spanning bij de vraag: ‘Maken we van een jachthaven een woonwijk?’. “Er ligt een jachthaven, met winterberging, met allerlei werkzaamheden erom heen, er ligt een bestemmingsplan dat eigenlijk uitgaat van recreatie. Tegelijkertijd zijn er persoonlijke gedoogbeschikkingen afgegeven. Wij denken dat het op dit moment, gezien de vraag die er ligt, logisch is om de huidige bestemming te consolideren, met de aanpassingen die er zijn.”
Provinciaal beleid
PvdA’er Harrie Rietman noemde twee zaken waardoor je volgens hem wel bij dit conserverende scenario moet uitkomen. “Dat is enerzijds het provinciale beleid en anderzijds het aspect van de kosten die op de gemeente af zouden kunnen komen (bij een ander scenario, red.).” Met dit scenario doe je volgens Rietman ook niemand onrecht.
Roet Withaar van Gemeentebelangen zag ook maar één mogelijk scenario voor de Molenwaard. “Bij de aanpassing van de woonbestemming zal er voor de gemeente een zeer groot en niet te verantwoorden risico ontstaan op het gebied van planschade.”
Volgens BGZ was het ‘onmogelijk dat de raad kiest voor dit scenario wanneer de haalbaarheid van recreatiepark de Molenwaard nimmer is onderzocht’. De partij wil een onafhankelijk onderzoek. “Het zou een schijn van vooringenomenheid opwekken wanneer de gemeente zelf de haalbaarheid zou onderzoeken, omdat de gemeente zelf betrokken is geweest bij het niet toezien van de realisatie op het planologisch vastgestelde bestemmingplan uit 1991 en het nimmer handhaven op strijdig gebruik van woningen aldaar", aldus Bastiaan Tamminga.
SGP’er Klaas Huisbrink vond dat de scenariokeuze moet passen binnen het provinciaal beleid, geen beperkingen mag opleveren voor de bedrijfsvoering van de jachthaven en recht moet doen aan de bestaande rechten. Zijn partij koos daarom voor het conserveren van het bestemmingsplan.
VVD’er John Smits vroeg zich af hoe de raad ‘met een droog gezicht kan praten over een bestemmingsplan dat sinds 1991 aan de orde is en sindsdien niet meer vernieuwd is’. Ook wilde hij weten vanaf welk moment in de geschiedenis er geconserveerd gaat worden. Hij stemde uiteindelijk tegen het voorstel omdat hem dat niet duidelijk werd.
Nota van Uitgangspunten
Wethouder Gerrit Knol zei dat bewoners met dit scenario houden wat ze hebben. “Naar de toekomst blijft de recreatieontwikkeling mogelijk.” Ook legde Knol uit dat deze avond de richting wordt gekozen voor de verdere uitwerking in de Nota van Uitgangspunten en daarna het bestemmingplan. In de nota wordt volgens hem ook aangegeven wat het conserveren precies inhoudt. Daarnaast noemde hij het betalen van de planschade door eigenaren ‘een optie’. Dat zouden zij dan gezamenlijk kunnen doen. “Maar dat is nu niet aan de orde, net zo min als een eventuele wijziging van provinciaal beleid.”
