REGIO - Vanwege de droogte neemt Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta) uit voorzorg enkele maatregelen om aan de vraag voor aan- en afvoer van water te kunnen voldoen en de dijken te beschermen. Een beregeningsverbod voor het onttrekken van water uit sloten, kanalen, rivieren en weteringen is momenteel nog niet aan de orde.
Het watersysteem in het werkgebied van WDODelta bestaat uit twee soorten gebieden: waar wel en geen wateraanvoer mogelijk is. “In de gebieden waar aanvoer van water mogelijk is door natuurlijke stroming of doordat we water oppompen, zijn we druk bezig de waterdoorvoer op gang te houden”, zegt teamleider Albert Drewes. “We controleren voortdurend onze stuwen en gemalen en houden de doorstroming in de watergangen zelf ook goed in de gaten. Op die manier verdelen we het water voor de verschillende functies, bijvoorbeeld landbouw of natuur.”
In gebieden waar geen aanvoer van water mogelijk is, probeert het waterschap het water zo goed mogelijk vast te houden. Drewes: “In deze gebieden zien we de waterpeilen, ook van het grondwater, hard zakken. Hier komen we langzamerhand aan het eind van onze mogelijkheden. Dit zijn de plekken waar watergangen droog kunnen vallen.”
Het waterschap stelt het maaien van de dijken die gevoelig zijn voor droogte uit. Dit zijn voornamelijk de zanddijken langs de IJssel, de Vecht, het Zwarte Water en de Sallandse weteringen. Zanddijken zijn gevoeliger voor droogte dan kleidijken, omdat het water sneller wegzakt in zand dan in klei. Hierdoor verdroogt de bovenste laag sneller. Dit is de laag waar de wortels van het gras zitten. Als gras is gemaaid, wil het zich herstellen en weer groeien.
Daarvoor is water nodig, maar dat zit nu door de droogte niet in de dijk. Gevolg is dat het gras verdort en hiermee de sterkte van de grasmat afneemt. Ook hebben de wortels door de droogte minder houvast in de zandbodem. Hierdoor kunnen maaimachines sneller wegglijden. De grasbekleding van een dijk is essentieel en doet dienst als beschermdeken bij hoge waterstanden.
Verder worden watergangen optimaal gemaaid voor een zo goed mogelijke aan- en afvoer van water. De maaiboten die hiervoor worden ingezet, maaien alleen in de diepere wateren. Het waterschap ontziet bewust de ondiepe wateren, zoals in stedelijke gebieden. “Omdat de waterpeilen lager zijn, voorkomen we hiermee omwoeling van de waterbodem. Dit is belangrijk, omdat door de hogere watertemperatuur er al minder zuurstof in het water zit. Het omwoelen van de bodem onttrekt ook zuurstof. Vissen zouden het daardoor moeilijk kunnen krijgen en dat willen we niet.”