ZWARTEWATERLAND - Opperrabbijn Binyomin Jacobs ging maandag in zowel Genemuiden (Hervormd Centrum), Hasselt (Ichthuskerk) als Zwartsluis (Agnieten College) in gesprek met in totaal ruim zeshonderd leerlingen. Groepen 7 en 8 van bijna alle basisscholen in Zwartewaterland en eerste klassen van het Agnieten College bezochten de bijeenkomsten die als onderwerp ‘antisemitisme’ hadden.
Jacobs was in deze gemeente op uitnodiging van stichting Herdenking Joods Leven Zwartewaterland. Om zo een bijdrage te leveren ‘aan het alert blijven op het gevaar van antisemitisme’. De rabbijn gaf geen lezing of toespraak, maar beantwoordde vele vragen van de leerlingen. “Met als doel dat we begrip voor elkaar hebben, dat we elkaar respecteren. Ik jullie, jullie mij en jullie elkaar onderling”, sprak hij de kinderen toe in Genemuiden.
Eén van de leerlingen daar wilde weten of Jacobs of zijn familie de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt. “Ik ben geboren ná de Tweede Wereldoorlog”, antwoordde hij. “Gelukkig, godzijdank. Maar ik weet er helaas wel veel van, omdat ik heel veel te maken heb met mensen die het overleefd hebben en zo velen die het niet overleefd hebben.”
Hij gaf aan dat zijn beide ouders de oorlog hebben meegemaakt. “Ik weet niet hoe groot jullie families zijn; ooms, tantes, neven en nichten van opa, oma, vader, moeder. Bij mij is haast geen familie.”
Een andere leerling vroeg zich af wat antisemitisme nou precies is. “Heel goed dat je het niet weet”, antwoordde Jacobs. “Eigenlijk zou niemand het moeten weten. Maar zoals je weet, ben ik Joods. Joden bestaan al heel erg lang. Het is een groep mensen die allemaal hetzelfde geloof hebben. Door de eeuwen is er altijd haat geweest tegen de Joden.”
Jacobs noemde een aantal heftige voorbeelden en vervolgde: “Door de eeuwen heen werd gezocht naar redenen, zondebokken, mensen van wie je kan zeggen dat ze slecht zijn. Dat zijn de Joden geweest en dat heet antisemitisme.”
Iemand anders wilde weten wat Jacobs doet als hij wordt uitgescholden of bedreigd. De opperrabbijn heeft het meerdere malen meegemaakt; van iemand die op hem inreed tot het ingooien van ruiten bij hem thuis. “In Nederland mag je van alles denken en allerlei meningen hebben. Maar het mag niet zo zijn dat als een ander jouw mening niet deelt, je hem het leven zuur mag maken, mag beledigen, beschimpen of doden. Sommige mensen willen dat wel doen. Je ziet meer en meer antisemitisme opkomen. Dertig, veertig jaar geleden werd ik nooit na gescholden. Nu bijna altijd.”
Als we antisemitisme de vrije loop laten, heeft het gevolgen voor iedereen, benadrukte Jacobs. “Voor ons allemaal. Dat moeten we niet willen. Dus weg met antisemitisme, weg met rassenhaat, weg met alles wat geen respect heeft voor de ander.”