ZWARTEWATERLAND - Vijf jaar is Taalpunt Zwartewaterland nu actief in deze gemeente. In die periode klopten 173 cursisten aan om door één van de taalcoaches geholpen te worden met het (beter) onder de knie krijgen van de Nederlandse taal. Het merendeel van de deelnemers, zo’n 90 procent, heeft een migratieachtergrond en is als statushouder woonachtig in Zwartewaterland. “Het Taalpunt is niet zaligmakend, maar het helpt mensen wél bij het beter participeren in de maatschappij”, legt Taalpuntdocent Elly Potgieter uit.
Op dit moment zijn 75 mensen actief bij het Taalpunt, dat onderdeel uitmaakt van Bibliotheek Zwartewaterland. In Hasselt zijn dat er 30, in Genemuiden 22 en in Zwartsluis 23. Zij krijgen non-formeel onderwijs, zoals dat heet, van één van de 36 taalcoachvrijwilligers. Die taalcoaches, variërend in de leeftijd tussen de 28 en 85 jaar, komen uit heel Zwartewaterland. Een vrijwilliger geeft wekelijks een uur les aan gemiddeld twee deelnemers.
“Een inburgeraar kan zo in zijn eigen woonplaats oefenen in het voeren van gesprekken met een Nederlander, de woordenschat uitbreiden en krijgt de moeilijke opdrachten van de inburgeringsles nogmaals uitgelegd”, vertelt Potgieter. “Hoewel we de laatste tijd ook vaker zien dat allochtonen eerst bij ons terecht komen, voordat ze de inburgeringscursus doen. Daarnaast lezen ze gezamenlijk boeken en schrijven korte teksten.”
De Zwartewaterlandse statushouders komen uit landen als Eritrea, Syrië en Sierra Leone. De meesten van hen, zo schat Potgieter in, zijn actief (geweest) bij het Taalpunt. Zij kwamen daar via VluchtelingenWerk of maatschappelijk werk terecht. Eén van hen is de in Hasselt woonachtige Jamilla Jalloh (23) uit Sierra Leone. Zij kwam in april 2018 naar Nederland en wordt gecoacht door haar 85-jarige plaatsgenoot Kees Moezelaar.
“Zij doet het heel goed en is erg gemotiveerd”, zegt Potgieter. “Zij moet nog starten met haar inburgeringscursus, maar wil via het Taalpunt snel de Nederlandse taal leren. Zij kan zich al aardig goed verstaanbaar maken. De zinsopbouw is vaak nog lastig, maar zij dúrft in ieder geval te praten.”
Onderhouden
Niet iedereen is even gemotiveerd als Jalloh, ziet Potgieter. “Niet iedereen is het ook gewend om te leren”, legt ze uit. “Sommigen zijn bijvoorbeeld nooit naar school geweest of maar een paar jaar. Het is voor hen dan heel moeilijk om de Nederlandse taal machtig te worden. Daarnaast is het voor iedereen belangrijk om er ook mee bezig te blijven. Je moet de taal onderhouden, anders zakt het zo weer weg.”
Naast de wekelijkse lessen houdt het Taalpunt ook iedere donderdag van 16.00 tot 20.00 uur een ‘spreekuur’, voor iedereen die vragen heeft. Maandelijks is er dan nog TaalpuntExtra. Potgieter: “Dat is voor alle deelnemers en vrijwilligers. Zij praten dan in kleine groepjes over verschillende thema’s zoals eten en drinken, de politie, brandweer, de bibliotheek. De deelnemers vertellen met hun eigen achtergrond over die onderwerpen en horen hoe het hier in Nederland is.”
En zo speelt het Taalpunt een belangrijke rol in Zwartewaterland. “We leren deelnemers beter communiceren”, zegt Potgieter, die tweemaal per jaar nieuwe taalvrijwilligers opleidt. “We dragen bij aan het beter kunnen participeren in de maatschappij. Taal is de hoofdmoot, maar er komt nog veel meer bij kijken. Zij spreken met de taalcoach ook over onderwerpen in hun omgeving. Dat ze bijvoorbeeld bij In Balans of de kringloopwinkel terecht kunnen, welke winkels er verder zijn en waar ze goedkoop boodschappen kunnen doen. Daarvoor kunnen ze natuurlijk ook terecht bij VluchtelingenWerk, maar hun taalmaatje zien ze elke week.”
Vrijwilligers
Wie het ook wat lijkt om als taalcoach aan de slag te gaan, kan zich aanmelden via taalpunt@bibliotheekzwartewaterland.nl of 06-29232140. Het Taalpunt kan in alle kernen extra vrijwilligers gebruiken, maar met name in Genemuiden. Ook wie zich als deelnemer wil aanmelden, kan contact opnemen via bovenstaande gegevens.
