GENEMUIDEN - Nederland zou in april en mei uitgebreid het einde van de Tweede Wereldoorlog vieren, dit jaar 75 jaar geleden. Door de coronacrisis zijn echter alle activiteiten daaromtrent geannuleerd, zo ook in Zwartewaterland. De Stadskoerier wil dit jubileum echter niet geruisloos voorbij laten gaan. Deze week gaan we met Arend Booi terug naar 19 november 1944 in Genemuiden. Een dag na het einde van de razzia in de Noordoostpolder, waarbij een kleine 2.000 mannen werden opgepakt.
Genemuidenaar Arend Booi interviewde 25 jaar geleden meerdere keren ooggetuige Wycher Beens voor de Christelijke Bejaarden Omroep (CBO) over de Tweede Wereldoorlog. Het zijn ook diens artikelen en info waarop Booi zich nu baseert, bij de terugblik op die zondag eind ’44 in Genemuiden. Een relaas over de razzia die uiteindelijk geen razzia werd.
“Op vrijdag 17 en zaterdag 18 november wordt door de Duitse troepenmacht de razzia in de Noordoostpolder gehouden”, vertelt Booi. “Een groot aantal jongens en mannen wordt richting Meppel weggevoerd. Er zijn Genemuidenaren die aan de Noorde die hele droevige stoet zien, van mannen in lange rijen lopend richting Zwartsluis.”
Schrik
Met dat beeld in het achterhoofd slaat de schrik toe als zondag 19 november groepen Duitse militairen bij het veer in Genemuiden verschijnen. Het is kort voor 10.00 uur in de ochtend. “Mensen zijn naar de kerk toe”, vertelt Booi. “De klokken zijn overigens niet geluid. Die zijn gestolen en naar Duitsland vervoerd, om wapens van te maken. De drie Genemuider kerken zitten die zondag vol.”
De dienst van de Gereformeerde Gemeente wordt geleid door dominee W.C. Lamain uit Rijssen. In de Gereformeerde Kerk gaat professor Den Hartog uit Kampen voor. De eigen predikant, dominee Quack, heeft een vrije zondag. De dienst in de Hervormde Kerk wordt geleid door dominee Cirkel. Het nieuws over de Duitse soldaten bij het veer gaat als een lopend vuurtje door de Genemuider gemeenschap.
“Dat nieuws bereikt ook de predikanten”, legt Booi uit. “De dienst wordt onderbroken. De jongens en mannen van achttien tot vijftig jaar hebben een gevaarlijke, en voor de Duitsers aantrekkelijke leeftijd om opgepakt te worden. Zodat zij in Duitsland aan het werk kunnen in de wapenindustrie en landbouw. De mannen en jongens smeren hem. Er blijven heel weinig mannen in de kerk over.”
De Genemuider vluchters vliegen alle kanten op. “Ze gaan hooibergen, woningen en schuren in”, legt Booi uit. “Er is een schuur aan de Drecht, waar nu Leerfashion zit, waar vis wordt gedroogd. Daar zijn wat mannen verscholen. Er zijn er bij die verbergen zich aan de Achterweg in schuren. Sommigen schijnen ook naar het open veld te zijn gegaan. Ook vluchten ze naar de bovenverdieping van de kaasmakerij. De melkfabriek staat aan de Kaai, waarbij tanks staan opgesteld. Daar kruipen ze in.”
Weer anderen kruipen in de verwarmingsbuizentunnels bij de Grote Kerk of in een groot konijnenhok aan de Achterweg. “Harm Bruintjes en Wycher Beens verstoppen zich in de ‘bolleschure’ tussen een hoge ‘klaamp eui’ en de houten wand”, gaat Booi verder. “Op een balk daarboven staat een radio waarop Radio Oranje wordt geluisterd, wat verboden is. Ze kieperen de radio in het mestgat dat daarachter ligt. Daarna horen ze het getik van de laarzen van Duitse militairen, die vermoedelijk eten willen hebben. Als de Duitsers weer weg zijn, vissen ze de radio uit het mestgat. Tot hun verwondering speelt het toestel nog.”
Bidden
In de tussentijd gaan de Genemuider kerkdiensten gewoon door. “De vrouwen zijn in angst. Zij bidden voor een goede afloop van deze situatie”, vertelt Booi. “Ze weten op dat moment niet wat hen boven het hoofd hangt. Ze weten alleen wat er twee dagen eerder is gebeurd bij de Noorde. Maar achteraf blijkt dat de Duitsers op doortocht waren en niemand in Genemuiden hebben opgepakt.”